Positief formuleren - deel 2
Positief blijven kan soms lastig zijn. Zeker in tijden waarin veel akelige dingen gebeuren. Het coronavirus heeft wereldwijd al talloze slachtoffers gemaakt en het einde is nog niet in zicht. Logisch dus dat mensen spreken over een ‘strijd’ tegen een ‘onzichtbare vijand’ – en meer van dit soort oorlogstaal. (En Onze Taal ontdekte nog veel méér woorden die de afgelopen weken zijn ontstaan.)
Positief blijven
Toch is dit juist dé tijd om samen de moed erin te houden. Om onze zegeningen te tellen en ook in ons taalgebruik positief te blijven. Een mooi voorbeeld daarvan kwam ik tegen in de gemeente Oosterhout. Daar zijn de posterborden aan de lantaarnpalen ingezet voor positieve boodschappen. Alle affiches van evenementen die tóch geannuleerd waren, werden in korte tijd vervangen door vrolijk gekleurde posters van de gemeente. Met positieve boodschappen als:
- LIEF dat jij een ander helpt
- BLIJ met jouw aandacht voor eenzame mensen
- FIJN dat jij anderen de ruimte geeft
Positief formuleren
Deze aanpak maakte mij als optimist meteen enthousiast. Ik schreef hierover ook al eerder in de blog Positief formuleren: zó doe je dat! Als tekstschrijvers kijken we namelijk graag hoe we de boodschap van onze opdrachtgevers waar mogelijk een positieve draai kunnen geven. Door woorden met een negatieve klank, zoals ‘niet’, ‘maar’ en ‘moeten’, om te buigen.
En dus veranderen we:
- U krijgt voor dat bedrag niet alleen product X, maar ook product Y.
- Om subsidie te krijgen, moet u vóór 1 juni een aanvraag indienen.
- Wij zijn om 20.00 uur gesloten.
in positieve zinnen:
- U krijgt voor dat bedrag product X én product Y.
- Wilt u subsidie krijgen? Stuur dan vóór 1 juni een aanvraag in.
- Wij staan tot 20.00 uur voor u klaar.
Help jij ook mee om positiever te formuleren? Geweldig! Of – om met de gemeente Oosterhout te spreken – MOOI dat we het samen doen!